Kind van God
Als toekomstige ouders kijk je uit naar de geboorte van jullie kind, maar er is ook een spanning. Zal hij gezond zijn? Zal zij gelukkig worden? Hoe kunnen we er voor zorgen dat we ons kindje het beste meegeven? En bij die laatste vraag komt het sacrament van het doopsel om de hoek kijken. Want wat is er nou mooier dan je kindje op te dragen aan en kind te laten zijn van God?
Je kan ook een moment in je leven krijgen waarin je op zoek gaat naar iets buiten jezelf. Je voelt dat er meer is en gaat op zoek naar wat dat is. Zo kom je bij God uit en wil je een stap maken om helemaal bij Hem te horen, om Zijn kind te worden.
Dit noemen we het sacrament van het doopsel, dit komt van het onderdompelen. Water speelt namelijk al héél lang een rol bij het doopsel. In de tijd vóór Jezus werden mensen al gedoopt, toen in de rivier. Maar nu wordt je met je doopsel overgoten met water. Bij het doopvont (de plek waar het doopsel plaats vindt) wordt er 3 keer water over het hoofd van de dopeling gegoten. Hierbij wordt de tekst uitgesproken: ‘Naam, ik doop je in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest’ Waarom is dat water hierbij belangrijk? Katholieken geloven dat je bij je doopsel gereinigd wordt van de erfzonde en dat je doopsel een eeuwig merkteken is waardoor je voor altijd bij God hoort. Want door je doopsel kun je niet alleen nú bij God komen, maar ook na je dood geloven wij dat Hij je zal verwelkomen. Het doopsel is daarmee het eerste sacrament dat je kunt ontvangen, maar ook de eerste stap om deel te worden van Gods familie.