De katholieke Kerk kent zeven sacramenten. Drie ervan staan aan de basis van het hele christelijk leven: we worden herboren door het doopsel, gesterkt door het vormsel en telkens opnieuw gevoed door de Eucharistie.
Twee sacramenten zijn door Christus ingesteld omdat het christelijk leven aangetast kan worden door de zonde of door de zwakheid van het lichaam. Met het sacrament van boete en verzoening (de biecht) en dat van de ziekenzalving , werkt Christus zelf als genezer van ziel en lichaam.
Tot slot zijn er twee sacramenten die ten dienste staan van heel de kerkelijke gemeenschap en de zending van de kerk: het zijn het wijdingssacrament (bisschop, priester, diaken) en het huwelijk.
Een sacrament is een zichtbaar teken van een onzichtbare werkelijkheid. In de sacramenten kunnen christenen de helende, verzoenende, nabije, versterkende en liefdewekkende aanwezigheid van God ervaren.
- Doopsel
- Eucharistie
- Eerste H. Communie
- Ziekencommunie
- Vormsel
- Huwelijk
- Wijding
- Boete en verzoening – biecht
- Ziekenzalving